'De Weg' staat voor een goed verhaal, een prachtige enscenering, een vurige vertolking, heerlijke muziek; dit alles ten bate van de sleutelzin van het verhaal en dat voor elke vluchteling geldt: 'Ik denk dat ik mijn schaamte verloren heb'.
Een vluchteling is geen toerist. Hij is niet op weg om iets bij te leren. Maar om iets af te leren. Of beter, van af te kicken: Oorlog, geweld, vernedering, honger, onmacht, armoede. Ekaterina Levental zet dat verlangen om via haar eigen vluchtverhaal.
Zij doet dat scherp, spannend en overtuigend. Een vertelconcert met geen pedante maar een pregnante boodschap.
Een landkaart van de Sovjet-Unie op de achtergrond. Een harp, het muziekinstrument ontstaan uit de boog [een wapen], een oude koffer met wat spullen in, zoals we die kennen uit de prenten en films met als onderwerp de holocaust, meer moet dat niet zijn om het verhaal te kruiden.
De in Amsterdam wonende, van joodse afkomst Ekaterina Levental vertelt haar eigen zoektocht o.l.v. van haar ouders naar vrede en rust en een maag die niet protesteert. Ze is geboren in 1977 in Tashkent [Oezbekistan], een stad die ze op de kaart aanwijst. Maar veel eerder dan haar geboortejaar begint de calvarie. Hij begint bij haar grootmoeder die het communisme beu is. Niet in de jaren vijftig van de vorige eeuw bleek het Sovjetsysteem niet te functioneren, maar al in de jaren dertig. Vadertje Stalin bleek geen Siberische tijger die kon tapdansen, maar een koele killer die zich alle luxe kon permitteren door de rest van de bevolking uit te hongeren en aan de leiband te dwingen.